Бесплатно

Voor Nu en Voor Altijd

Текст
Автор:
Из серии: De Herberg van Sunset Harbor #1
0
Отзывы
iOSAndroidWindows Phone
Куда отправить ссылку на приложение?
Не закрывайте это окно, пока не введёте код в мобильном устройстве
ПовторитьСсылка отправлена
Отметить прочитанной
Voor nu en voor altijd
Voor nu en voor altijd
Бесплатная аудиокнига
Читает Rachel Mungra
Подробнее
Шрифт:Меньше АаБольше Аа

HOOFDSTUK DERTIEN



Emily werd wakker in Daniels armen. De zon scheen helder en het leek alsof er nooit een storm geweest was. Maar Emily wist dat die er wel geweest was. Er zou heel wat schade zijn.



Ze maakte zich los uit Daniels octopusachtige greep, trok haar nachthemd aan en ging toen naar beneden om te kijken wat de schade was.



In de woonkamer was Mogsy duidelijk bang geweest tijdens de storm. Een van de kussens was helemaal kapotgebeten en de vulling lag door de hele kamer. Er zaten ook vlekken op het vloerkleed, veroorzaakt door de natte en modderige kleren van haar en Daniel. Ze glimlachte toen ze weer terugdacht aan hoe ze elkaar uitgekleed hadden.



Nou, als een modderig vloerkleed en een kapot kussen de ergste schade zijn, ben ik er goed vanaf gekomen, dacht ze.



De grootste verrassing voor Emily was dat Regen, de kleinste puppy van het nest, de nacht had overleefd en nu vrolijk aan het drinken was. Maar dat betekende ook dat ze nu een hond en vijf puppy’s had om voor te zorgen. Ze had geen idee wat ze moest doen maar besloot dat ze daar later over na zou denken, nadat ze wat restjes kip had klaargemaakt voor Mogsy die waarschijnlijk wel honger zou hebben. En nadat ze het huis had bekeken.



Ze hoorde Daniel boven bewegen terwijl ze door het huis liep. Toen ze door de eetkamer naar de ingang van de balzaal liep, hoorde ze Daniels voetstappen achter zich.



“Is het heel erg?” vroeg hij.



Hij had het nooit met zoveel woorden gezegd, maar Emily wist dat de balzaal Daniels favoriete kamer van alle kamers in het huis was. Het was de meest indrukwekkende, de meest magische ruimte en deze kamer had hen voor het eerst samengebracht, was de vonk geweest van wat er tussen hen bestond. Zonder de balzaal, was het gisteravond waarschijnlijk allemaal niet zo gelopen. De gedachte dat er iets mee gebeurd zou kunnen, zijn was vreselijk voor hen allebei.



Emily keek voorzichtig naar binnen. Daniel kwam vlak achter haar aan.



“Het ziet er oké uit,” zei Emily. Maar toen zag ze iets schitteren op de vloer en ze rende ernaartoe. Haar vermoedens werden bevestigd toen ze het opraapte en zag dat het een glasscherf was. “Oh nee,” riep ze. “Niet het Tiffany-raam. Alsjeblieft, niet het Tiffany-raam!”



Samen haalden zij en Daniel het multiplex weg van de antieke ramen. Er vielen steeds meer scherven naar beneden, die uit elkaar spatten op de vloer.



“Ik kan het niet geloven,” klaagde Emily, wetend dat het teveel zou kosten om het te vervangen, dat het ook eigenlijk zelfs onvervangbaar was.



“Ik weet iemand die misschien wel kan helpen,” zei Daniel, in een poging haar op te vrolijken.



“Helemaal gratis?” zei ze droevig, zonder enige hoop.



Daniel haalde zijn schouders op. “Je weet maar nooit. Misschien doet hij het wel omdat hij het leuk werk vindt.”



Emily wist dat hij haar probeerde op te vrolijken, maar ze had nog steeds de neiging in huilen uit te barsten. “Het is veel werk,” zei ze.



“En de mensen hier zijn goed,” zei Daniel. Hij sloeg een arm om haar schouders. “Kom op, we kunnen nu toch niets doen. Laat me ontbijt voor je maken.”



Hij leidde haar naar de keuken, maar de storm had hier te erg huisgehouden. Daniel en Emily raapten de verspreide spullen op en Emily maakte koffie, blij dat de koffiepot niet hetzelfde lot was ondergaan als de broodrooster, die kapot was gevallen op de vloer.



“Heb je trek in wafels?” vroeg Daniel aan haar.



“Ik heb zeker trek in wafels,” antwoordde Emily, en ze ging aan de ontbijttafel zitten. “Maar ik heb toch geen wafelijzer?”



“Nou, technisch gezien wel,” antwoordde Daniel. Emily keek hem vragend aan en hij legde het uit. “Serena heeft het gereserveerd bij de garageverkoop. Ze zei dat ze nog een keer terug zou komen om hem op te halen en te betalen. Ik weet niet of ze een grapje maakte of niet, maar ze is nooit teruggekomen, dus ik denk dat ze hem toch niet wilde hebben.” Hij kwam naar haar toe en zette een stomende kop zwarte koffie voor Emily neer.



“Dank je,” zei Emily, en ze voelde zich een beetje verlegen door de warme intimiteit van het feit dat Daniel ontbijt voor haar maakte.



Terwijl ze haar koffie dronk en toekeek hoe Daniel eten maakte, voelde ze zich als herboren. Niet alleen het huis was in de nacht getransformeerd; zij ook. De herinneringen van hoe ze de liefde hadden bedreven waren vaag, maar ze kon zich het gevoel van genot in haar hele lichaam goed herinneren. Het was bijna alsof ze buiten haar lichaam was getreden. De gedachte deed haar op haar stoel heen en weer schuiven.



Daniel liet de wafels gaar worden en ging tegenover haar zitten. Hij nam een slok van zijn eigen koffie.



“Ik geloof dat ik nog geen goedemorgen had gezegd,” zei hij. Hij leunde over de tafel en nam haar gezicht tussen zijn handen. Maar voor hij de kans kreeg om haar een kus te geven, verstoorde hard gepiep het moment.



Emily en Daniel sprongen op.



“Wat is dat?” riep Emily, met haar handen over haar oren.



“Het is de rookmelder!” schreeuwde Daniel, en hij keek naar het aanrecht, waar er grote wolken zwarte rook uit het wafelijzer kwamen. Er begonnen vonken uit te komen en Emily sprong op uit haar stoel. Daniel kwam snel in actie en greep een theedoek om de vlammen te doven.



De rook verspreidde zich door de kamer en Daniel en Emily hoestten en proestten.



“Ik denk dat Serena haar wafelijzer beter niet meer kan komen halen,” zei Emily.





*





Na het ontbijt begonnen ze allebei herstelwerkzaamheden uit te voeren in het huis. Daniel ging het dak op om het te inspecteren.



“En?” vroeg Emily hoopvol, toen hij weer naar beneden klom van de zolder.



“Het ziet er oké uit,” zei Daniel. “Er is wat schade. Moeilijk te zeggen. We kunnen niet echt zeggen hoe erg het is totdat de volgende storm langskomt. Dan zal er in het ergste geval jammer genoeg geen twijfel mogelijk zijn.” Hij zuchtte. “Zolang de volgende storm nog even op zich laat wachten, denk ik dat je ermee wegkomt.”



“Laten we het hopen,” zei Emily met een iel stemmetje.



“Wat is er?” vroeg Daniel, die haar zwaarmoedige stemming doorhad.



“Ik vind het gewoon een beetje deprimerend,” zei Emily. “Door het huis lopen om te zien wat er gebroken of beschadigd is. Waarom gaan we niet buiten werken? De zon schijnt in elk geval.”



Het was een mooie dag. De storm leek de lente weggejaagd en de zomer achtergelaten te hebben.



“Ik heb een idee,” zei Daniel. “Ik heb je de rozentuin die ik heb aangelegd nog niet laten zien, of wel?”



“Nee,” zei Emily. “Ik zou het graag zien.”



“Het is deze kant op.”



Hij pakte haar hand en leidde haar door de tuin en over het zijweggetje dat naar het pad richting de oceaan leidde. Terwijl ze over het grind liepen, zag Emily de zee. Het uitzicht was adembenemend.



Voor hen was struikgewas te zien, het leken alleen wat bosjes te zijn. Maar Daniel leidde haar ernaartoe en duwde een grote tak opzij.



“Het is een beetje verstopt. Voorzichtig dat je kleren niet blijven hangen.”



Emily was nieuwsgierig en dook door de opening die Daniel had gemaakt. Wat ze erachter zag benam haar de adem. Overal stonden rozen, in alle denkbare kleuren. Rood, geel, roze, wit en zelfs zwart. De balzaal inlopen en het licht zien door het Tiffany-glas was prachtig geweest, maar dit was nog mooier.



Emily draaide rond, voelde zich vrolijker en vrijer dan ze in jaren had gedaan.



“Ze hebben de storm overleefd,” zei Daniel achter haar. “Ik wist het niet zeker.”



Emily draaide zich om en gooide haar armen om hem heen, liet haar warrige haar over haar rug vallen. “Het is fantastisch. Hoe heb je dit voor me achtergehouden?”



Daniel hield haar stevig vast en ademde haar in, samen met het sterke parfum van de rozen. “Ik ga hier niet heen met alle meisjes waar ik mee date.”



Emily trok zich een beetje terug, zodat ze hem aan kon kijken. “Is dat wat we doen? Daten?”



Daniel trok een wenkbrauw op en grijnsde. “Zeg jij het maar,” zei hij op suggestieve toon.



Emily ging op haar tenen staan en drukte een voorzichtige, zachte kus op zijn lippen. “Is dat een antwoord op je vraag?” vroeg ze op dromerige toon. Ze trok zich terug uit zijn omhelzing en begon de rozentuin beter te bekijken. De kleuren waren prachtig.



“Hoelang staat dit er al?” vroeg ze, vol verwondering.



“Nou,” zei Daniel, en hij ging op de grond zitten in een kleine open plek, “ik heb het geplant nadat ik terugkwam uit Tennessee. Tuinieren en fotografie. Ik was niet bepaald mannelijk in mijn jeugd,” vervolgde hij met een lach.



“Maar nu ben je zeker een man,” antwoordde Emily met een grijns. Ze liep naar de plek waar Daniel zat, lui uitgestrekt als een kat, met flarden zonlicht en schaduw op zijn huid. Ze ging naast hem liggen en liet haar hoofd tegen zijn nek rusten, met een slaperig gevoel, alsof ze hier een dutje zou kunnen doen. “Wanneer was je in Tennessee?” vroeg ze.



“Het was geen goede periode in mijn leven,” zei Daniel, en zijn toon zei haar dat hij er niet graag over praatte. Daniel was altijd heel mysterieus geweest en had nooit veel over zichzelf gepraat. Hij was meer een doener, een praktisch persoon. Kletsen, vooral over emotionele onderwerpen, dat hoorde niet bij de dingen waar hij goed in was. Emily was hier hetzelfde in. Ze was nooit goed geweest in zichzelf uiten. “Ik was jong,” vervolgde Daniel. “Twintig jaar oud. Ik was dom.”



“Is er iets gebeurd?” vroeg Emily voorzichtig. Ze wilde hem niet teveel onder druk te zetten. Haar hand lag op zijn borst. Ze streek over de stof van zijn shirt en voelde de spieren daaronder.

 



Toen Daniel sprak, kon ze hem horen door het oor dat op zijn borst rustte en zijn stem verplaatste trillingen door haar lichaam.



“Ik heb iets gedaan waar ik niet trots op ben,” zei hij. “Ik had een goede reden, maar dat maakt het nog niet oké.”



“Wat heb je gedaan?” vroeg Emily. Ze was er zeker van dat wat hij ook zei, haar opbloeiende gevoelens voor hem niet zouden afnemen.



“Ik ben gearresteerd in Tennessee. Ik had een man aangevallen. Ik had een vriendin. Maar zij had een echtgenoot.”



“Oh,” zei Emily, toen ze zich realiseerde waar dit gesprek naartoe ging. “En ik neem aan dat haar echtgenoot de man was die je aanviel?”



“Ja,” antwoordde Daniel. “Hij was gewelddadig. Mishandelde haar, weet je wel? Ze had hem er lang voordat ze mij ontmoette uitgezet, maar deze man bleef maar langskomen. Het werd eng. De politie deed er niets aan.”



“Wat heb je gedaan?” vroeg Emily.



“Nou, de volgende keer dat hij langskwam en dreigde haar te vermoorden, heb ik hem een lesje geleerd. Om ervoor te zorgen dat hij nooit meer bij haar aan de deur zou komen. Ik sloeg hem in elkaar. Hij kwam in het ziekenhuis terecht.”



Emily beet op haar lip bij het beeld van Daniel die iemand zo mishandelde dat deze persoon naar het ziekenhuis moest. Ze kon alle versies van Daniel bijna niet rijmen in haar hoofd: de gevoelige, verkeerd begrepen fotograaf die wegliep van huis, de jonge, domme boef, de man die een tuin van rozen in verschillende kleuren had geplant. Maar de persoon die zij een paar maanden geleden was geweest, de vriendin van Ben, was ook totaal anders geweest dan de persoon die ze nu was. In tegenstelling tot de oude uitspraak dat mensen nooit veranderen, was haar levenservaring dat mensen altijd veranderden.



“Maar,” zei Daniel, “daarna maakte ze het uit. Zei dat ze bang voor me was. Hij speelde het slachtoffer en ze nam hem terug. Hij had zoveel macht over haar dat hij haar, zelfs na alles wat er gebeurd was, nog steeds kon manipuleren tot hij haar had waar hij haar wilde hebben. Ik voelde me zo verraden.”



“Je hoeft je niet verraden te voelen. Dat ze hem terugnam had meer te maken met zijn macht over haar dan met haar liefde voor jou. Ik kan het weten. Ik -” Emily’s stem haperde. Ze had nog nooit tegen iemand gezegd wat ze nu tegen Daniel ging zeggen. Niet eens tegen Amy. “Ik weet hoe het is,” zei ze uiteindelijk. “Ik had ook ooit een relatie die emotioneel beschadigend was.”



Daniel keek verbijsterd.



“Ik praat er niet graag over,” vervolgde Emily. “Ik was ook jong, nog maar een tiener. Alles was goed totdat ik ging studeren. Ik dacht dat ik verliefd was op hem. We waren al meer dan een jaar samen en toen leek dat heel wat. Maar toen ik zei dat ik in een andere staat wilde gaan studeren, veranderde er iets in hem. Hij werd heel jaloers, leek ervan overtuigd dat ik hem zou bedriegen zodra ik vertrok. Ik maakte het uit vanwege zijn slechte gedrag, maar hij dreigde met zelfmoord als ik hem niet terug zou nemen. Zo begint het, de manipulatie. De controle. Uiteindelijk bleef ik uit angst bij hem.”



“Ben je door hem niet in een andere staat gaan studeren?”



“Ja,” zei ze. “Door hem heb ik een van mijn doelen opgegeven, ondanks het feit dat hij me slecht behandelde. En je weet dat het gestoord is wat er allemaal gebeurt, maar je houdt jezelf voor de gek, herschrijft situaties waarvan je diep vanbinnen weet dat ze niet goed zijn, maar je vertelt jezelf dat het een teken is van hoe geliefd je bent. Voor iedereen die erbuiten staat lijkt het allemaal heel gestoord. Als het voorbij is, ziet het er voor jou ook zo uit. Maar terwijl je er midden in zit, terwijl je het beleeft, vind je altijd wel een manier om het te laten kloppen.”



“Wat gebeurde er uiteindelijk met hem?”



“Nou, grappig genoeg, was hij degene die mij bedroog. Ik was heel verdrietig, maar het duurde niet lang voor ik erachter kwam dat het eigenlijk beter was. Ik denk er niet graag aan wat er gebeurd zou zijn als hij het niet had uitgemaakt. Ik was net zolang bij hem gebleven als hij me wilde en de schade die hij al had toegebracht was dan nog veel groter geworden.”



Ze vielen allebei stil. Daniel streelde haar haar.



“Wil je met me naar de rotsenkust?” zei hij opeens.



“Tuurlijk,” zei Emily, een beetje verrast door het voorstel, maar tegelijkertijd enthousiast. “Hoe komen we daar?”



“We gaan met de motor.”



“De motor? Ben jij een motorrijder?” stamelde Emily.



Emily had nog nooit op een motor gezeten. Ze vond de gedachte net zo eng als opwindend.



Ze liepen terug door de rozentuin en over de oprit naar het koetshuis. Daniel haalde zijn motor uit de garage, een van de bijgebouwen die de storm gelukkig had overleefd. Terwijl hij de motor voorbereidde op de reis, ging Emily even kijken bij Mogsy en haar puppy’s. Regen was nog steeds in leven. Ze hielp hem de tepel van zijn moeder bereiken en aaide over het hoofd van de zwerfhond. Mogsy keek haar met grote, dankbare ogen aan en likte Emily’s hand. Het was bijna alsof ze Emily bedankte dat ze haar gered had van de storm en tegelijkertijd haar excuses aanbood omdat ze haar had geprobeerd te bijten, toen ze bang was dat Emily haar nieuwe baby’s wilde stelen. Emily voelde dat ze elkaar op dat moment begrepen en voor de eerste keer sinds ze de hond had gered, had ze het gevoel dat ze haar zou kunnen houden. Zorgen voor een ander levend wezen, misschien was dat wat Emily in haar leven gemist had.



“Je doet het heel goed,” zei ze tegen Mogsy. “Ga nu maar slapen. Ik ben later weer terug.”



Mogsy maakte een tevreden geluid en legde haar kop op haar voorpoten.



Toen Emily de deur van de woonkamer dicht deed, hoorde ze het geluid van een motor die tot leven kwam en ze haastte zich naar buiten. Daniel zat op de motor en grijnsde naar haar. Emily sprong achterop en deed haar armen om hem heen. Daniel gaf gas en de motor kwam bulderend in beweging.





*





De wind waaide door Emily’s haar. Ze voelde zich vrij en levend. De zon scheen warm op haar huid. De rotsachtige kust was mooi, liet haar een kant van Sunset Harbor zien die ze nog nooit gezien had. Ze vond het geweldig om hier te zijn, de zeelucht te proeven, de bloesems aan de bomen te ruiken, het lawaai van de golven in de verte te horen.



“Dit is fantastisch!” riep Emily, en ze voelde zich vederlicht in haar enthousiasme.



Daniel reed over het hele pad van de klif en toen naar beneden, met een snelheid die Emily’s maag een sprongetje deed maken.



Hij reed helemaal langs het kustpad en door naar de jachthaven. Zodra de motor stilstond, hielp hij haar eraf.



“Leuk?” vroeg hij, en hij kneep lichtjes in haar vingers.



“Spannend,” antwoordde Emily met een grijns. Toen keek ze om zich heen, naar de jachthaven. “Ik ben hier nog nooit geweest,” zei ze.



“Mijn boot ligt hier,” zei Daniel. “Kom mee.”



Ze volgde hem over het pad van de jachthaven, langs roeiboten en speedboten. Helemaal aan het eind lag een klein verroest bootje, met een verlaten en onverzorgde uitstraling.



“Is die van jou?” vroeg Emily.



Daniel knikte. “Hij ziet er niet zo netjes uit, ik weet het. Ik kan mezelf er niet toe zetten hem op te knappen en weer te water te laten.”



“Waarom niet?” vroeg Emily.



Daniel zei een lange tijd niets. Uiteindelijk zei hij alleen maar: “Ik weet het echt niet.” Toen keek hij weer naar haar. “We moeten terug naar het huis. Ik kan die keukendeur voor je maken.”



Emily raakte voorzichtig zijn arm aan, om hem daar te houden. “Wil je me laten helpen? Met de boot? Ik kan er wat van mijn spaargeld voor gebruiken.”



Daniel keek echt geschrokken en geraakt.



“Nog nooit heeft iemand aangeboden iets voor me te betalen,” zei hij.



Die gedachte maakte haar verdrietig.



“Dank je,” zei hij. “Dat betekent veel voor me. Maar ik kan het niet accepteren.”



“Maar ik wil helpen,” zei Emily tegen hem. “Je hebt mij zoveel geholpen. Ik bedoel, je zou nu je boot kunnen maken, in plaats van naar huis te gaan om mijn deur te herstellen! Alsjeblieft. Laat me je helpen. Wat heb je nodig? Een nieuwe motor? Een laag verf? Het kan ons volgende project zijn. Eerst het huis maken en dan de boot?”



Daniel keek weg, vermeed haar blik. Emily voelde dat hij ergens aan moest denken. Hij haalde lichtjes zijn schouders op en deed zijn handen in zijn zakken. Toen keek hij terug naar de motor, alsof hij stilletjes aangaf dat hij klaar was om hier weg te gaan, dat hij niet meer wilde denken aan zijn boot en hoe hij deze had verwaarloosd.



Eindelijk sprak hij en zijn woorden kwamen eruit in een lange, zware uitademing.



“Ik weet gewoon niet of een van die twee wel genoeg is om onszelf te repareren.”





HOOFDSTUK VEERTIEN



Emily zwoegde om bij de auto te komen met haar armen vol boodschappen, die ze in de achterbak dumpte. Het was de avond van het feest. Er hadden twintig mensen gezegd dat ze zouden komen en ze vond het vooruitzicht van gastvrouw spelen leuker dan ze had gedacht. Ze was die ochtend vroeg opgestaan om te beginnen met het bereiden van de runderstoofpot in een sudderpan. De nagerechten waren al klaar; ze had deze gisteravond laat gemaakt, en ze hadden de hele nacht in de koelkast gestaan om op te stijven. Dus zodra ze thuiskwam, hoefde ze alleen nog maar te zorgen voor de versieringen en een uur voordat de gasten zouden arriveren de vegetarische risotto te maken.



Ze lachte inzichzelf terwijl ze terug naar huis reed. Ze genoot van de kans om te organiseren en te plannen, iets wat ze tijdens haar zevenjarige relatie met Ben niet had kunnen doen.



Toen ze de oprijlaan op reed, zag ze dat Daniel niet buiten was. Ze pakte haar boodschappen uit de achterbak, ging naar binnen en zette ze op de keukentafel neer. Ze luisterde, maar hoorde geen hamer- of boorgeluiden in het huis. Normaal was Daniel er wel, maar Emily zette het van zich af en begon het huis te versieren. Ze zette overal kaarsen neer en verse bloemen in vazen op de bijzettafel en de eettafel in de twee kamers waar het feest moest gaan plaatsvinden. Maar ze zorgde dat de keuken er ook goed uitzag, want ze wist dat mensen vaak rondliepen tijdens avondfeestjes, vooral als ze op zoek gingen naar meer alcohol. Ze hing zelfgemaakte vlaggetjes in de woonkamer, zette een grote glazen schaal met potpourri in de badkamer en zette het mooiste zilverwaar op tafel; waardevolle dingen die ze tussen de rommel had gevonden. Ze schonk wijn in de zes prachtige kristallen glazen die ze had gevonden in een keukenkastje.



Emily verhuisde de puppy’s naar de bijkeuken, zodat ze de woonkamer kon gebruiken voor het feest. Haar plan was om eerst gezellig in de woonkamer te zitten met aperitieven en dan te dineren in de eetkamer.



Om 5 uur ’s middags begon ze met de risotto. Toen ze de keuken binnenkwam, werd ze omringd door de geur van de stoofpot die al de hele dag stond te sudderen en het water liep haar in de mond. Ze had een hele tijd niet zelf gekookt, toen ze met Ben was. Hij ging liever uit eten, maar ze genoot er nu ontzettend van. Het was alleen niet niks om voor twintig man te koken en het maakte het wat stressvol om de hoeveelheden en de timing goed te krijgen. Maar met de grote keuken en alle hulpmiddelen die ze had, was het niet zo erg als ze gevreesd had. Ze moest alleen steeds aan Daniel denken. Hij had hier moeten zijn om haar te helpen met het bereiden van het eten; hij vond zichzelf immers een hele foodie. Maar telkens als ze uit het raam keek, zag ze geen teken dat hij er was. Niet op het landgoed en niet in het koetshuis, daar in het duister.



Toen ze klaar was, ging ze naar haar kamer om zich om te kleden. Het voelde raar om zichzelf op te doffen nadat ze maanden zonder ook maar een streepje eyeliner had rondgelopen, maar ze genoot van haar oude rituelen. Ze ging voor een uitgesproken look met opvallende rode lippen en donkere wimpers die de kleur van haar ogen accentueerde. De jurk die ze had uitgekozen was helderblauw en accentueerde haar figuur. Ze had bijpassende schoenen met hak aan en maakte het geheel af met een zilveren halsketting. Toen haar outfit klaar was, stapte ze naar achteren om zichzelf in de spiegel te bewonderen. Ze had zichzelf helemaal getransformeerd en ze lachte van plezier.



Het was kwart voor 7, dus ze stak alle geurkaarsen aan, zodat de geur zich door het huis zou kunnen verspreiden. Daarna ging ze kijken bij de stoofpot en de risotto.

 



Toen alles klaar was, zocht Emily weer naar Daniel. Ze ging bij het koetshuis kijken, maar daar was hij ook niet. Maar ze zag dat zijn motor niet in de garage stond. Dan was hij dus nog een ritje gaan maken. Geweldige timing, dacht ze, en ze staarde naar de klok. Hij zou hier moeten zijn. Ze wilde niet te aanhankelijk zijn, maar ze kon het niet helpen dat ze zich zorgen maakte, vooral toen Daniel er nog steeds niet was op het moment dat de eerste gasten arriveerden.



Emily moest hem even uit haar hoofd zetten en de gastvrouw spelen. Ze opende de deur voor Charles Bradshaw van het visrestaurant en zijn vrouw, Barbara. Hij gaf haar een fles rode wijn; zij gaf haar bloemen.



“Dat is heel aardig van jullie,” zei Emily.



“Ik kan mijn ogen niet geloven,” zei Charles, om zich heen kijkend. “Je hebt het huis zo mooi opgeknapt. En zo snel.”



“Het is nog niet klaar,” zei Emily. “Maar toch bedankt.”



Ze nam hun jassen aan en ging ze voor naar de woonkamer, waar ze nog meer bewondering uitten. Nog voor ze de kans had gehad ze iets te drinken aan te bieden, werd er weer aangebeld. Het leek erop dat mensen in Sunset Harbor graag op tijd kwamen.



Ze opende de deur en zag Birk daar alleen staan. Hij verontschuldigde zich voor zijn vrouw, die zich niet lekker voelde. Toen zei hij: “Het is echt waar. Het was dus niet je geest die me bezocht in het tankstation. Je hebt het hier echt alleen volgehouden!” Hij begon te lachen en schudde haar de hand.



“Ik kan het zelf bijna niet geloven,” zei Emily met een lach. Ze wilde eraan toevoegen dat ze niet alleen was geweest, dat Daniel hier al de hele tijd was geweest om haar te helpen, maar hij was er niet en dus kreeg ze de woorden niet over haar lippen. Ze realiseerde zich dat ze zich in de steek gelaten voelde door hem.



Emily ging Birk voor naar de woonkamer. Ze hoefde hem niet voor te stellen; hij kende Charles en Barbara al.



Er werd weer aangebeld, en toen Emily de deur opende stond Cynthia daar. Cynthia had een kleine boekwinkel in de stad. Ze had helderrood krullend haar en ze droeg altijd kleren die hier niet goed bij pasten. Die avond had ze een rare combinatie van limoengroen en paars aan, wat haar iets te volle figuur geen goed deed, met felrode lippenstift en helder groene nagellak. Emily wist dat Cynthia de reputatie had dat ze uitgesproken en nogal buitensporig was, maar ze had haar toch uitgenodigd om haar goede wil te tonen. Misschien zou ze de andere gasten wel entertainen, als de roddels waar bleken te zijn.



“Emily!” riep Cynthia uit, haar stem zo schel dat het pijnlijk was.



“Hallo, Cynthia,” antwoordde Emily. “Bedankt dat je gekomen bent.”



“Tja, je weet wat de mensen in Sunset Harbor zeggen. ‘Het is geen feest zonder Cynthia.’”



Emil vermoedde dat niemand in Sunset Harbor dit ooit gezegd had. Ze gebaarde Cynthia richting de anderen in de woonkamer en hoorde opgewonden stemmen toen Cynthia de anderen met net zoveel enthousiasme en volume begroette.



De deurbel ging opnieuw en toen Emily opendeed, zag ze Dokter Sunita Patel en haar man, Raj, op de drempel staan. Achter hen hielp Serena Rico over het tuinpad.



“Ik zag de boom op je gazon,” zei Dokter Patel. Ze kuste Emily op haar wang en gaf haar een fles wijn. “De storm was bij ons ook heel heftig.”



“O, ik weet het,” antwoordde Emily. “Het was best eng.”



Raj schudde Emily’s hand. “Leuk je te ontmoeten. Ik ben trouwens hovenier, dus als je hulp nodig hebt met die boom hou ik me aanbevolen. Kom gewoon maar een keer langs. De kwekerij in de stad is van mij.”



Emily was tijdens haar uitstapjes naar de stad vaak langs het mooie tuinentrum gelopen, en had de prachtige bloemen en hangende manden gezien. Ze had al vaak naar binnen willen gaan om alle vogelbaden, zonnewijzers en vormsnoeibomen te bekijken, maar ze had nog nooit de kans gehad.



“Zou je dat willen doen?” vroeg Emily, verrast door zoveel vriendelijkheid. “Dat zou geweldig zijn.”



“Dat is wel het minste wat ik kan doen, nu je je huis open hebt gesteld voor ons.”



Raj en Sunita gingen de woonkamer in en Emily kon aandacht besteden aan Serena en Rico, die bijna bij de drempel waren aangekomen. Serena zag er prachtig uit, in een zwarte jurk met een uitgesneden rug en een gouden choker, haar zwarte haar in losse golven en haar lippen een prachtige kleur rood.



“We zijn er!” lachte ze, terwijl ze een arm om Emily’s nek sloeg en haar een knuffel gaf.



“Ik ben blij,” zei Emily. “Jij bent zo’n beetje de enige hier die ik echt ken.”



“O ja?” zei Serena, lac

Другие книги автора

Купите 3 книги одновременно и выберите четвёртую в подарок!

Чтобы воспользоваться акцией, добавьте нужные книги в корзину. Сделать это можно на странице каждой книги, либо в общем списке:

  1. Нажмите на многоточие
    рядом с книгой
  2. Выберите пункт
    «Добавить в корзину»