Читать книгу: «Raji: Boek Een», страница 4
Rajiani knikte dat ze het begreep en pompte verder. Als de gootsteen halfvol was, nam ze het stuk loogzeep uit het schoteltje en begon de afwas te doen.
"Oké." zei Fuse. "Als je per se de afwas wil doen, dan help ik wel."
"Oké." zei Rajiani.
"Oké."
Ze bleef op een afstandje en lette er goed op dat ze hem niet aanraakte als ze hem de afgewassen schotels gaf om af te drogen.
Als ze klaar waren met de keuken opruimen, gingen ze terug naar de voorste kamer om even naar zijn vader te kijken. Hij leek op zijn gemak te zijn en warm genoeg te hebben, daar bij het vuur.
“Wacht hier.” zei Fuse tegen Rajiani.
Hij ging naar de kast onder de trap en kwam terug met wat kleren.
"Dit is mijn sweater van toen ik klein was, maar ik denk het hij jou zal passen."
Ze trok de blauw en bruin gebreide sweater over haar hoofd, stopte haar armen in de mouwen en trok dan haar haar uit de kraag achteraan. Ze zei iets tegen Fuse en grinnikte terwijl ze haar hand over de wollige sweater liet glijden.
"Ja, mijn grootmoeder heeft die ook gemaakt. Pas die laarzen eens, maar trek eerst twee paar kousen aan."
Rajiani ging op de vloer zitten om de kousen en dan de laarzen aan te trekken.
"Ze zijn een beetje te groot voor je."
Ze knoopte de veters dicht van een van de laarzen.
"Maar dat is beter dan in de sneeuw rondlopen met jouw oude, versleten schoenen." Hij knielde om de andere veter dicht te knopen, maar ze trok haar voet weg.
Rajiani ging staan nadat ze klaar was met de tweede laars. Ze trok de lederen handschoenen aan die hij haar gaf en liep dan rond in een cirkel voor Fuse terwijl ze naar haar voeten keek.
Ze stopte voor hem en stelde dan een vraag terwijl ze naar beneden wees.
"Laarzen." zei hij.
"Laarzen."
"Papa." zei Fuse terwijl hij het haardscherm opende. "We gaan naar de overkant van de grote vijver om een kerstboom om te hakken. Is het goed als we je een paar uur alleen laten?" Hij rakelde in de gloeiende kooltjes met een pook en gooide dan nog twee blokken hout op het vuur.
"Papa." hoorde Fuse Rajiani zeggen achter zich. Hij draaide zich om en zag haar staan voor Mr. Fusilier die naar haar gezicht keek.
Ze wees naar haar voeten. "Laarzen."
Zijn hoofd bewoog traag naar beneden. Na een ogenblik bewogen zijn ogen terug naar haar gezicht en hij knipperde met zijn ogen.
Hoofdstuk zeven
Het was prachtig in het bos, voorbij de grote vijver. De zon scheen, er was geen wind en het enige geluid was het zachte geknisper van de sneeuw onder hun voeten.
Fuse verliet het pad en liep door de dikke pakken sneeuw. Rajiani liep achter hem en Ransom volgde haar. Hij trok een kleine slee waarop een bijl lag.
"Hert." Fuse wees naar de sneeuw voor hem, waar een spoor hun pad kruiste.
"Hert?" Rajiani stond naast hem en volgde het spoor met haar ogen tot op een punt waar het verdween voorbij de oever van een beek.
De onstuimige beek stroomde snel genoeg om niet te bevriezen.
"Ze is daar gaan drinken." fluisterde Fuse.
Rajiani fronste haar voorhoofd.
Hij deed alsof hij een glas naar zijn mond bracht en wees naar de beek. "Drinken."
"Hert drinken."
Ze hurkte neer om het spoor voorzichtig aan te raken. Even later liepen ze verder door het bos.
Fuse wist welke boom hij wilde. Hij stond aan de verste kant van het bos, dicht bij de omheining die de grens aangaf met de boerderij van de Quackenbushes. Hij had de boom al sedert augustus in het oog, toen hij de omheining aan de noordkant van hun boerderij hersteld had. Onbewust had hij zich de boom voorgesteld als kerstboom omwille van zijn perfecte kegelvorm. Hij was niet zo groot als de spar van vorig jaar, maar doordat hij niet zo hoog was, zou het makkelijker zijn om hem te versieren.
"Dat is de boom die ik wil." zei Fuse toen ze aan de andere kant van het bos aanbeland waren. Hij ging naar de loblollyden van meer dan twee meter hoog en knielde eronder. "Ik zal hier zo in de stam hakken."
Hij wees met zijn bijl naar de stam. Ze boog zich voorover om onder de takken te kunnen kijken.
"Kom hier, dan zal je het beter zien." Fuse deed teken dat ze onder de boom moest knielen.
Ze liet zich op haar handen en knieën vallen en kroop eronder. Hij trok de bijl terug, zwaaide er hard mee en hakte in de stam, net boven de grond. Door de inslag werd de sneeuw uit de takken geschud en tuimelde naar beneden waar hij hen allebei bijna begroef. Eerst gilde ze, maar toen Fuse lachte, lachte ze ook. Toen ze zich plots realiseerde dat hij haar misleid had, dook ze naar hem. Ze rolden samen door de sneeuw en rolden vanonder de boom. Met een kleine kreet sprong ze recht en stapte weg van Fuse; ze begon de sneeuw van haar armen en schouders te vegen.
“Saba logo." zei hij met een grijns. Hij ging staan en schudde de sneeuw van zijn jas. "Niet aanraken, hé?"
Ze keek naar hem, dan naar de grond, en legde haar handen op haar rug. Ze fluisterde: "Saba loga." om zijn uitspraak te verbeteren.
“Saba loga. Als jullie niet van aanrakingen houden, hoe kunnen jullie dan ooit..." Hij hield op. "Laat maar."
"Laat maar."
"Juist."
Fuse hakte verder, tilde de boom op de slee en dan trok Ransom de slee zonder probleem terug langs het pad.
* * * * *
Na het avondeten nagelde Fuse een houten voet aan de boom en haalde dan twee dozen kerstversiering van de zolder. In de dozen zaten twee sets grote glazen versieringen in rood, groen en blauw, samen met lange slingers zilveren engelenhaar, tere sneeuwslingers en slingers van uit papier geknipte figuren die hij gemaakt en gekleurd had toen hij drie of vier jaar oud was. Hij moest even stoppen toen hij aan zijn moeder dacht die hem geholpen had om de papieren figuren uit te knippen en aan elkaar te plakken aan de keukentafel. Hij wenste vurig dat hij terug kon gaan in de tijd en het opnieuw kon doen.
Mama is zo ver van hier en ze weet zelfs niet...
Raji zei iets en onderbrak zijn gemijmer. Hij keek naar haar en zag dat ze een van de versieringen vast had.
"Dat hoort daar." Hij wees naar de bovenkant van de boom.
"Ah." Ze legde de lichtgele glazen ster op de grond.
"Ik weet niet welk soort god jullie hebben in India," Fuse ging naar zijn vader en duwde zijn rolstoel tot bij de boom, "maar ik twijfel of het dezelfde is als de onze."
Hij wist dat ze de betekenis van de boom niet snapte, maar ze vond hem versieren duidelijk leuk.
Ze nam een blauwe glazen versiering vast en keek hem vragend aan. Fuse nam een rode uit de doos.
"Hang het aan een tak, zo."
"Ah, oké."
Na de groene slingers en de papieren figuren draaiden hij en Rajiani ook het engelenhaar rond de boom. Als alle versieringen op hun plaats hingen, ging Fuse op de middelste trede van de trap staan, leunde voorover en plaatste de ster op de top.
"Goed gedaan." zei hij nadat hij de cadeaus voor zijn moeder en vader onder de boom gelegd had. Hij zette een stap achteruit om het geheel te bewonderen.
"Goed gedaan." zei Rajiani.
“Nu moet ik papa klaarmaken om te gaan slapen." Hij deed teken dat ze hem de trap op moest volgen. "Maar eerst, kom, ik zal je tonen waar je mag slapen."
Ze liepen door de gang boven, voorbij zijn kamer naar een deur tegenover de slaapkamer van zijn ouders.
"Dit is een logeerkamer." zei hij en haalde de lichtschakelaar over.
Ze volgde hem de koude kamer in. Hij ging naar het bed en legde het deken open. "Als we de deur een tijdje openlaten, zal het warm worden. Is dat goed?"
Ze fronste haar voorhoofd en trok haar schouders op.
"Je mag hier slapen." Fuse deed zijn handen tegen elkaar, hield zijn hoofd schuin en legde het op zijn handen alsof ze een kussen waren. Dan sloot hij zijn ogen.
"Oh." zei ze. "Oké."
Toen hij de kamer verliet, sloot Rajiani de deur achter hem.
* * * * *
Op kerstdag stond Fuse op voor de zon op was. Hij rilde in zijn koude slaapkamer en kleedde zich haastig aan. De kachel in de keuken en de haard hielden het huis de hele dag warm, maar als het hout in de vroege ochtenduren opgebrand was, werd het erg koud binnen.
Toen hij uit zijn kamer kwam en het licht in de gang aanzette, zag hij dat de deur van Rajiani's kamer openstond. Hij ging niet naar binnen, maar hij kon zien vanuit de deuropening dat ze er niet was en dat het bed opgemaakt was.
"Vertel me niet dat ze in de schuur geslapen heeft." fluisterde hij terwijl hij zijn hemd dichtknoopte.
Tot zijn verbazing had ze de slingers en het engelenhaar uit de boom gehaald. De andere versieringen hingen er nog in; alleen het engelenhaar en de groene slingers waren weg.
Hij keek in de slaapkamer van zijn vader, aan de andere kant van de woonkamer op de benedenverdieping. Het was eigenlijk de naaikamer van zijn moeder, maar Fuse had het bed van zijn vader daar gezet omdat hij de rolstoel niet op en van de trap kreeg. Hij sliep nog, dus ging Fuse naar de keuken.
De geur van verse koffie verwelkomde hem in de warme keuken. Er lagen plakken ham op de snijplank met een mandje eieren ernaast, klaar voor de pan.
Hoe zou ze leren koffiezetten hebben?
Hij trok zijn laarzen en zijn jas aan. Hij zou zijn vader laten slapen tot alle karweien afgewerkt waren.
Toen hij bij de schuur aankwam en de deur openduwde, zag hij de kippen en duiven hun voeder oppikken van de grond. De paarden, Cleo en Alex, waren ook verzorgd. Stormy en haar veulen hadden het naar hun zin op een vers bedje van stro.
Fuse stapte naar buiten langs de achterdeur van de schuur en zag de stomende hoop stro en mest die ze al uit de stallen geruimd had. Ze had ook de koeienvlaaien weer netjes op een rij gelegd. Nu lagen er vier rijen koeienmest uitgespreid alsof ze moesten drogen.
Waarom in hemelsnaam legt ze dat zo op de grond?
Hij ging de koeien controleren. Daar, in de koeienstal, vond hij het engelenhaar en de slinger van de kerstboom; ze had ze gebruikt om de koeien te versieren. De zilveren en groene slingers waren over hun hoorns en rond hun nek gedrapeerd.
Wat heeft ze toch met koeien?
Hij keek toe hoe ze de maïs opaten die ze in hun trog gegoten had. De koeien leken zich niets aan te trekken van hun versieringen en kauwden alsof er niets gebeurd was.
"Oké?"
Fuse schrok van het geluid van haar stem. Hij draaide zich om naar een lachend meisje met een pas afgewassen melkemmer in haar handen. Het duurde even voor hij zijn stem weer gevonden had.
"Oké." Hij was blij te zien dat ze de laarzen droeg en ook de sweater onder haar vest. "Jij moet al uren op zijn."
"Melk." Ze bood hem de melkemmer aan.
* * * * *
Rajiani won hun eerste spelletje schaak tijdens het ontbijt. Ze gaf Fuses vader eten terwijl hij zich concentreerde op het schaakspel. Het leek alsof ze meer tijd spendeerde aan zijn vader helpen dan aan schaakspelen, maar ze won met gemak en zette hem schaakmat in niet meer dan vijftien zetten. Ze deden de afwas en ruimden de keuken op voor ze het schaakbord klaarzetten voor een tweede spel, maar ze werden onderbroken toen er op de voordeur werd geklopt.
Fuse was verrast dat er op kerstdag iemand langskwam, maar nog meer dat Rajiani rechtsprong en naar de keuken rende. Haar zwarte dame en twee pionnen rolden op de vloer toen ze met haar knie tegen het schaakbord stootte. Een paar seconden later sloeg de achterdeur dicht.
Hij stapte over de schaakstukken om naar de voordeur te gaan en vroeg zich af wie het zou zijn. Hij was verrast te zien wie op de porch stond.
"Hallo, buurman."
Het duurde even voor Fuse zijn stem vond. "G-goeiemorgen Mr. Quackenbush."
Hoofdstuk acht
Buford Quackenbush stapte binnen en liep naar de haard om zich te warmen. Hij haalde een zakmes uit zijn overall en nam dan een plug pruimtabak. Hij sneed er een grote plak van, stopte hem in zijn wang en bood de plug aan Fuse aan die zijn hoofd schudde.
Quackenbush veegde het lemmet aan zijn broek en stopte zijn mes weg. Hij kauwde de tabak tot het een prop was in zijn bolle wang en bruin kwijl uit zijn mondhoek liep, terwijl hij rondkeek alsof hij een plaats zocht om te spuwen.
"Ik heb een hert neergeschoten vanmorgen." mompelde hij met de kleffe klomp in zijn mond.
Hij opende het haardscherm en spuwde een straal tabakssap in de vlammen. Een rotte geur volgde na een kort gesis.
Fuse keek naar het vuur en trok zijn neus op. "Een hert?"
"Ja, een mooie, kleine hinde." Quackenbush veegde zijn mond aan de mouw van zijn jas. "Bij het eerste schot was ik wat bibberig en trof ik haar in een poot. Met het tweede schot raakte ik haar zij, maar het derde schot doodde haar meteen." Hij maakte een snel gebaar bij zijn nek, onder zijn rechteroor. "Een kogel recht door de nek."
Fuse nam de pook en porde ermee in het vuur en rommelde wat met de half opgebrande houtblokken. "Ik dacht dat het jachtseizoen voorbij was?"
"Wel, ik veronderstel dat dat klopt, wettelijk gezien, maar ik zal zwijgen als jij dat ook doet." Quackenbush wees naar Fuses vader. "En ik weet dat hij er niet over zal praten met de politie." Hij lachte. Fuse vond dat het klonk als een ezel die met zijn mannelijke delen in de prikkeldraad blijven hangen was.
Hij voelde woede opkomen in zijn borst. Jagen buiten het jachtseizoen stoorde hem, maar niet half zo veel als zijn vader beledigen. Ook al mocht hij de man niet, zijn moeder had hem geleerd respect te hebben voor mensen die ouder waren dan hem. Dus beet hij op zijn tong en hield zijn mond dicht.
Quackenbush droeg een zwart jasje van de marine over een vuile overall en een grijze, platte, slappe hoed met een rand vol zweetvlekken. Hij rook naar natte herdershonden en de warmte van het vuur maakte het alleen maar erger.
"Ik neem aan dat je het niet erg vindt dat ik dat hert op jouw grond heb neergeschoten." Hij kneep zijn ogen tot spleetjes als hij Fuse aankeek, alsof hij hem uitdaagde tegen te spreken. "Het stond op de oever van die beek achter jullie vijver. Ik heb wat sneeuw op het bloed en de ingewanden geschopt, dus niemand zal het ooit te weten komen."
Fuse gooide zijn pook in de houtbak en dacht aan de dag voordien, toen hij Rajiani het spoor van het hert had aangewezen. Hij maakte zich zorgen om het meisje dat buiten in de kou was.
Hoe kan ik die vreselijke man kwijtraken voor hij het hele huis doet stinken? Ik was beter ook de achterdeur uit gevlucht samen met Rajiani.
Quackenbush keek naar de hete pook terwijl hij zijn tabak van de ene wang naar de andere kauwde. "Is je mama thuis?"
"Nee."
"Oh? Ik dacht dat ik een deur hoorde dichtvallen net voor ik binnenkwam."
"Dat was ik... ik kwam binnen uit de keuken."
Ze keken allebei naar de keukendeur - hij stond open.
"Het is de eerste keer van toen Marie veertien was dat ik hier binnen kom."
Quackenbush liep naar het midden van de kamer terwijl hij goed om zich heen keek, alsof hij de waarde van het huis aan het schatten was. Hij ging naar de trapleuning en legde zijn hoofd in zijn nek om naar boven te kijken.
Fuse had nog nooit iemand over zijn moeder horen spreken met haar voornaam. Zelfs zijn vader had haar altijd 'mama' genoemd, of toch als Fuse erbij was.
Waarom kwam Quackenbush naar ons huis toen mama een tiener was? Dat moet geweest zijn voor papa haar ontmoette.
Het huis en de boerderij waren eigendom geweest van de ouders van zijn moeder. Nadat zijn grootvader in 1918 overleed door een beroerte, had zijn grootmoeder maar zes maanden meer geleefd. De lieve oude dame leek weg te kwijnen en smachtte naar haar levensgezel na achtenvijftig jaar.
"Marie was toen een mooi klein meisje." zei Quackenbush en Fuse schrok op uit zijn herinnering. "Waar is ze eigenlijk? Ik zou haar graag nog eens zien."
"Ze is in Afrika." Fuse wenste dat hij dat niet gezegd had. Het waren Quackenbush' zaken niet.
"Afrika?"
Fuse knikte.
"Heeft ze daar familie wonen?" Nog een lach als van een ezel.
"Nee. Ze is er als vrijwilliger voor het Rode Kruis."
"Ah, dan zal ze lang wegblijven."
"Ik verwacht haar iedere dag terug."
Quackenbush wreef met de achterkant van zijn vingers over zijn onverzorgde stoppelbaard. Zijn bloeddoorlopen ogen stonden te dicht bij zijn haakneus. Hij leek ongeveer even oud als de moeder van Fuse.
"De ouwe Kupslinker van de bank zei dat je het hier wil verhuren."
“Ik twijfel nog om het land te verhuren."
"Wel, Kuppy zei dat je binnenkort een overeenkomst zou ondertekenen."
"Dat is niet wettig."
"Niemand zal dat weten."
Dit gaat dezelfde richting uit als met de arme, kleine hinde.Ik moet die stomme vent kwijtraken en iemand vinden die me kan adviseren over de boerderij. Als ik die papieren moet tekenen, zal er niets goeds van komen. En bovendien moeten we dan elke dag deze aap zien.
"Mr. Kupslinker zei dat ik erover na mocht denken tot het einde van het jaar."
"Wel, ik zal je erover helpen nadenken." zei Quackenbush. "Ik heb twee boerenknechten." Hij warmde zijn achterste en liet zijn hand dan in zijn broek glijden om te krabben. "Ze zitten graag eens aan mijn drank, maar zolang iemand ze een beetje in het oog houdt, doen ze hun werk wel. We zouden de omheining tussen onze boerderijen kunnen afbreken en jullie weide achteraan samenvoegen met mijn maïsveld. Dat zou ons daar waarschijnlijk een vijfentwintigtal hectare maïs opleveren. Ik kan mijn knechten morgen naar hier sturen om je te helpen en voor het huis te zorgen terwijl jij naar school gaat."
Fuse spreidde het rood-en-gele deken over de benen van zijn vader om tijd te winnen. Mr. Fusilier bewoog zijn hoofd en Fuse keek naar hem. Zijn vader knipperde tweemaal snel na elkaar met zijn ogen. Na een ogenblik knipperde hij nog eens tweemaal na elkaar.
"Speel jij schak?" vroeg Quackenbush en gebaarde met zijn hoofd naar het schaakbord.
"Het is schaak. En ja, ik speel schaak."
"En met wie speel je dan schak? Ik weet dat het niet met je papa is."
Fuse antwoordde voor hij weer naar die vreselijke lach moest luisteren. "Ik speel gewoon... aan beide kanten."
"Had je maar een damspel. Ik zou je zeker met mijn ogen dicht verslaan met dammen."
"Ik moet mijn karweien nu doen, Mr. Quackenbush."
"Ja, ik ga maar eens naar huis dan. Ik heb die twee drinkebroers vrijgegeven vandaag, dus nu moet ik al het werk zelf doen." Hij liep naar de deur, maar voor hij de klink vasthad, stopte hij. "Bijna vergeten. Mijn wederhelft nodigt jullie uit voor het kerstdiner. We eten kalkoen, hertenvlees en alles wat erbij hoort. Waarschijnlijk eten we rond drie uur." Hij deed teken naar de vader van Fuse. "Ik veronderstel dat je papa kan komen, maar ik weet niet hoe je die rollenstoel tot bij mij zal krijgen. Ik veronderstel dat hij hier wel een uur of twee, drie alleen kan blijven." Hij staarde naar Fuse, maar kreeg geen reactie. "Niet vergeten, jongen, we moeten heel binnenkort tot een overeenkomst komen."
Quackenbush trok de deur open en stapte naar buiten op de porch. Fuse haastte zich om de deur vast te grijpen.
"Het is kouder dan het achterste van een heks op een bezemsteel."
Quackenbush knoopte zijn jas dicht tegen de wind en liep naar zijn Durant stationwagen. Hij zag er nieuw uit en de houten zijkanten en de verchroomde bumpers waren helemaal opgeblonken.
Fuse gooide de deur dicht en ging naar het raam. Hij trok het gordijn een paar centimeter open en keek om zeker te zijn dat Quackenbush wegreed. Toen de stationwagen van hun oprijlaan de landweg opreed, ging Fuse naar de keuken, trok zijn jas aan en rende naar buiten om Rajiani te zoeken.
Hoofdstuk negen
Fuse zat in de haard te staren. Hij had de schuur afgezocht terwijl hij Rajiani's naam riep. Als ze daar was, was ze heel goed verstopt. Hij was zelfs het veld overgestoken naar het bos, maar hij had niets gevonden, zelfs geen spoor. En Ransom was ook nergens te vinden. Op de een of de andere manier was dat voor hem een troost, het gedacht dat ze samen waren. Misschien betekende dat dat ze niet voorgoed weggelopen was.
Hij schrok toen er op de voordeur werd geklopt. "Oh, nee," fluisterde hij, "Quackenbush is daar weer."
Hij ging naar de deur.
Maar misschien is het Rajiani.
Toen hij de deur opende, was hij verrast Mrs. Smithers te zien. Zijn eerste gedachte was dat er misschien iets gebeurd was met zijn moeder.
Ze moeten een telegram naar de verpleegster gestuurd hebben met het verzoek mij het nieuws te komen brengen.
Achter haar stond een tienerjongen die hij niet kende. Hij was een beetje groter dan Fuse, slanke taille en brede schouders, en hij had dezelfde spontane glimlach als Mrs. Smithers.
"Goeiemorgen, Vincent." zei Mrs. Smithers. Ze had een afgedekte pot vast en de jongen droeg een grote rieten mand. Hij hield hem laag voor zich alsof hij zwaar was.
Fuse staarde een ogenblik naar Mrs. Smithers voor hij zijn manieren terugvond. "Sorry." zei hij, bang voor wat ze zou zeggen. "Kom binnen, Mrs. Smithers." Hij zetten een stap opzij en opende de deur wijd. "Wat scheelt er?"
“Er scheelt niets. We komen je een prettig kerstfeest wensen."
"Oh, dat is super. Ik was bang dat er iets..." hij hield zich in. "Voor jullie ook een prettig kerstfeest." Hij keek even naar de jongen.
“Dit is mijn zoon, William.”
"Hallo William." De stem van Fuse klonk opgewekter nu hij opgelucht was dat het geen officieel bezoek was.
"'morgen, Mr. Vincent." William droeg een nieuwe overall en een gesteven, lichtblauw hemd onder zijn ribfluwelen jas. De kraag van zijn hemd was helemaal dichtgeknoopt.
"Mr. Vincent?" Fuse sloot de deur. "Ik ben geen 'mister'. De meeste jongens noemen me Fuse."
De jongen keek naar zijn moeder en dan weer naar Fuse; blijkbaar onzeker over hoe hij moest reageren. Hij nam de mand in zijn andere hand.
"Waar ga je naar school?" vroeg Fuse.
“Booker T. Washington.”
“Ik weet waar dat is.” zei Fuse. "Dat is de zwarte school voorbij de oude ontkorrelmachine. In welke klas zit je?"
"De negende." William stak zijn kin uit. "Ik heb vorige week een A voor wetenschappen gekregen."
"Echt? Ik vind wetenschappen de max."
Mrs. Smithers sprak tegen de vader van Fuse. “Goeiemorgen, Mr. Fusilier.” Ze gaf hem een schouderklopje. "Hoe voel je je vandaag?" Ze keek naar Fuse. "Mogen we die kalkoen in de keuken zetten, Vincent?"
"Kalkoen? Tuurlijk." Fuse liep hen voor naar de keuken. "Ik wist niet dat je vandaag kwam, Mrs. Smithers."
"Wel, wij ook niet, tot vanmorgen." Ze zette de witte, geëmailleerde pot op de keukentafel en deed teken naar William om zijn mand ernaast te zetten. "Ik dacht aan jou en je papa en dat jullie spek en eieren zouden eten als kerstdiner en toen besliste ik dat William en ik ons eten zouden delen met jou en Mr. Fusilier." Ze nam het deksel van de pot zodat Fuse de geroosterde kalkoen kon zien. "Als dat goed is voor jou tenminste."
"Mama heeft zoete aardappel klaargemaakt." zei William en hij trok de geborduurde doek weg van de mand. "En erwten en maïsbroodvulling ook."
“Wow. Dit is fantastisch, maar hoe zit het met jouw familie, Mrs. Smithers? Willen jij en William vandaag niet dineren met de familie?"
“Dit is mijn familie, Vincent. William en ik. Zijn papa is gesneuveld in Frankrijk, in Verdun. Hij was een ezeldrijver bij het Amerikaanse leger. Al onze andere familieleden zijn verhuisd naar het noorden, naar Detroit City. Je weet dat ik graag kook en we hebben meer dan genoeg."
Fuse wist niet wat hij moest zeggen over de vader van William. Hij kon zich geen leven voorstellen zonder zijn vader.
"Het spijt me van je vader." zei hij. "Weet je, je moeder zorgt goed voor mijn vader."
"Ja." William was bezig met de potten en schotels uit de mand te halen.
"Papa zal al dit eten heerlijk vinden." zei Fuse terwijl Mrs. Smithers het glazen deksel van de kom vulling recht zette.
"William." zei ze. "Ga alvast maar de rest uit de auto halen."
“Is er nog meer?" vroeg Fuse.
"Er zijn broodjes, veenbessen," zei William, "puree en..." hij keek naar zijn moeder.
"Bruine saus en maïspap." zei Mrs. Smithers met een grijns.
"Ik help je wel." Toen Fuse zijn jas van achter de achterdeur nam, zag hij de laarzen van Rajiani. "Oh, nee. Ze is naar buiten in de sneeuw op blote voeten."
"Ze?" Mrs. Smithers opende de deur van de oven. "Is je mama thuis?"
"Nee, het is Rajiani. Een meisje dat ik twee dagen geleden in de schuur vond terwijl ze lag te slapen."
"Hoe is ze in jullie schuur geraakt?"
"Dat weet ik niet. Ze spreekt geen Engels. Het enige dat ik kan zeggen, is dat ze uit India komt en ik denk dat ze Hindi spreekt."
“India?! Hoe is ze zo ver geraakt, tot in Virginia?”
"Dat zou ik ook willen weten. En ze is zenuwachtig, alsof ze bang is dat iemand haar zal betrappen. Buford Quackenbush is hier geweest. Toen hij aanklopte, is ze de achterdeur uit gerend zonder haar jas of laarzen."
"Ze zal iets opdoen buiten. En waarom was die Quackenbushkerel hier?"
"Kent u hem?" vroeg Fuse.
"Wit uitschot, dat is alles wat ik weet over hem. Hij doet niets anders dan drank stoken en smokkelen." Ze plofte de pot met kalkoen op het fornuis. "Sorry, Vincent. Hij is misschien een vriend van jouw familie, maar voor mij is hij niets anders dan waardeloos, wit uitschot."
"Hij is onze vriend niet."
"Goed zo. En hoe zit het nu met dat meisje over wie je vertelde?" Mrs. Smithers gebruikte de zoom van haar mantel om de hendel van de ovendeur vast te pakken en open te trekken.
"Ik weet niets over haar, behalve dat ze bang is van iedereen."
"Je gaat haar beter zoeken."
"Ik zal proberen. Maar toen Quackenbush weg was, heb ik een uur naar haar gezocht, tevergeefs."
"Wel, lieve hemel. Een meisje dat zich zo verstopt." Ze schoof de pot in de oven en sloot de gietijzeren deur. "Jij en William kunnen de rest van het eten naar binnen brengen en dan het vuur opstoken. De kalkoen is al bijna gaar, maar we kunnen hem wat verwarmen. Hoe was haar naam ook weer?"
“Rajiani.”
“Rajiani. Ik zal haar jas en laarzen naar de schuur brengen en haar proberen naar het huis te lokken."
"Er is een petroleumkachel in de stal van Stormy, achteraan in de schuur. Ik hoop dat ze daarheen gegaan is nadat ik weer naar binnen gekomen ben. Maar probeer haar niet aan te raken; ze houdt er niet van als iemand te dicht komt."
"Je zegt dat ze een meisje is. Bedoel je een klein meisje? Hoe oud is ze?"
"Ongeveer dertien, denk ik." Toen Fuse haar leeftijd zei, merkte hij dat William reageerde. Het leek alsof hij iets wilde vragen over het meisje, maar hij sloot dan zijn mond en zweeg.
"Oké." Mrs. Smithers nam de jas en de laarzen van Rajiani en ging naar de achterdeur. "We gaan eens kijken wat dit dertienjarig meisje buiten doet op een koude morgen als vanmorgen."
De twee jongens gingen naar buiten langs de voordeur om de rest van het eten te halen.
"Wat een geweldige truck." zei Fuse.
"Het is een Diamond T." zei William. "Gebouwd in 1920. Ik ben ermee naar hier gereden."
"Heb je op de hoofdweg gereden?"
"Wel, toen we buiten het centrum waren, heeft mama me een beetje laten rijden."
"Wij hebben een Ford model T in de schuur." zei Fuse. "Kon ik er maar mee naar de winkel rijden, maar ik zou problemen kunnen krijgen."
"Ik rij nooit in het centrum."
"Speel jij schaak?" vroeg Fuse.
William schudde zijn hoofd terwijl hij een houten eierdoos uit de koffer van de truck haalde. "Da's te moeilijk voor mij."
Fuse haalde er een tweede doos uit en ze gingen naar het huis. "Nee, het is niet moeilijk. Het lijkt alleen zo in het begin door de verschillende soorten schaakstukken. Ik kan je leren schaken, als je wil."
"Dat weet ik zo niet. Kan jij knikkeren?"
"Ringers en driekuilen vind ik het leukst."
"Ja, ringers. Dat kan ik best goed. Ik heb al ongeveer honderdtwintig knikkers die ik met ringers gewonnen heb van de kinderen op school."
"Ik heb al lang niet meer geknikkerd, maar als de sneeuw gesmolten is en het slijk is weg, kunnen we misschien eens spelen hier in de voortuin."
"Knikkeren is beter dan schaken." William pakte de eierdoos anders vast om de voordeur te kunnen openen. "India is ergens in de buurt van China, hé?"
"Ja." zei Fuse. "Helemaal aan de andere kant van de wereld."
"Hoe denk je dat ze hier geraakt is?"
"Ze moet met een schip gekomen zijn, maar we zijn hier ver van de oceaan."
"Vind je meisjes leuk, Mr. Fuse?"
"Er is een meisje bij mij op school, haar naam is Monica Cuddlestone. Ze is ouder dan mij, maar mooi als een nieuwe vlinder."
"Wat zeg je tegen haar?"
"Ik zeg niets. Hoe moet je tegen meisjes spreken?"
"Dat zou ik ook wel willen weten, Mr. Fuse."
Hij keek even naar William. "Spreek jij niet tegen meisjes," hij stopte en voegde eraan toe: "Mr. William?"
William lachte. "Er heeft mij nog nooit iemand 'mister' genoemd."
"Mij ook niet."
"Vroeger sprak ik wel tegen meisjes." William ging Fuse voor naar de keuken. "Toen ik klein was en zij gewoon kinderen zoals ik waren, maar nu zien ze er precies anders uit. Je weet wel, niet meer zo dun als een bonenstaak, en ze fluisteren de hele tijd en wijzen naar me. En dan beginnen ze te lachen met hun hand voor hun mond. Wat moeten wij dan doen?"
"Monica is ook zo." Fuse keek naar de achterdeur en sprak zachter. "Ze noemde me een wijsneus laatst in de wiskundeles."
"Jeetje." William staarde met grote ogen naar Fuse. "Zei ze dat luidop?"
Fuse knikte en zette de doos op de keukentafel.
"Heeft de leraar haar dan een tik gegeven met een regel?"
"Nee, hij had het niet gehoord."
"Heb jij haar ook een wijsneus genoemd?" vroeg William.
"Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik heb mijn boek vastgegrepen en opengeslagen om me erachter weg te stoppen."
"Ja, dat is precies zoals ik. Een van die meisjes giechelde en zei: 'Hé, stoere jongen' tegen me. Ik wist niet wat te doen, dus heb ik gegiecheld zoals zij en 'Hé, stoer meisje' teruggezegd. Ze werd erg kwaad en beende weg alsof ik haar uitgescholden had of zo. Nu spreek ik helemaal niet meer tegen hen."
Бесплатный фрагмент закончился.