Бесплатно

Voor Nu en Voor Altijd

Текст
Автор:
Из серии: De Herberg van Sunset Harbor #1
0
Отзывы
iOSAndroidWindows Phone
Куда отправить ссылку на приложение?
Не закрывайте это окно, пока не введёте код в мобильном устройстве
ПовторитьСсылка отправлена
Отметить прочитанной
Voor nu en voor altijd
Voor nu en voor altijd
Бесплатная аудиокнига
Читает Rachel Mungra
Подробнее
Шрифт:Меньше АаБольше Аа

Gelukkig had Daniel de boiler in enkele momenten aan de praat, alsof het de simpelste handeling van de wereld was. Emily was een beetje geërgerd dat ze een man nodig had gehad, terwijl ze hier juist was gekomen om haar zelfstandigheid terug te krijgen. Ze realiseerde zich dat hij wat haar betrof zo snel mogelijk weg moest gaan, hoewel Daniel op een stoere manier aantrekkelijk was en ze zich ook zeker tot hem aangetrokken voelde. Ze kon zichzelf moeilijk herontdekken zolang hij in het huis was. Het was erg genoeg dat hij op het landgoed woonde.

Ze waren klaar met de boiler, dus verlieten ze de kelder. Emily was opgelucht om uit de duistere muffe ruimte te zijn. Ze volgde Daniel door de hal en naar de bijkeuken. Hij begon meteen te werken aan de leidingen.

“Ben je bereid het huis de hele winter te verwarmen?” vroeg hij haar van onder het werkblad. “Want anders gaan ze bevriezen.”

“Ik blijf maar een weekend,” antwoordde Emily.

Daniel schoof onder het werkblad vandaan en ging rechtop zitten, zijn haar in de war, met plukjes die aan alle kanten uitstaken. “Je moet niet rommelen met een oud huis als dit,” zei hij, en hij schudde zijn hoofd.

Maar hij zorgde toch dat ze water had.

“En waar is de verwarming?” vroeg Emily toen hij klaar was. Het was nog steeds ijskoud, ondanks het feit dat de boiler nu aan was en de leidingen vrij waren. Ze wreef over haar armen, voor een betere bloedsomloop.

Daniel lachte en veegde zijn handen schoon met een handdoek. “Die gaat niet zomaar uit zichzelf werken hoor. Je zult olie moeten laten leveren. Ik kon alleen maar de boiler aan de praat krijgen.”

Emily zuchtte gefrustreerd. Dus Daniel was toch niet echt de prins op het witte paard waar ze hem voor had aangezien.

“Hier,” zei Daniel en hij gaf haar een visitekaartje. “Dat is het telefoonnummer van Eric. Hij zal het hier afleveren.”

“Dank je,” mompelde ze. “Maar ik geloof niet dat ik hier ontvangst heb.”

Ze dacht aan haar mobiele telefoon, het gebrek aan streepjes en herinnerde zich hoe alleen ze echt was.

“Er staat verderop in de straat een telefooncel,” zei Daniel. “Maar ik zou er niet naartoe gaan in een sneeuwstorm. En ik denk dat ze nu toch gesloten zijn.”

“Natuurlijk,” mompelde Emily, gefrustreerd en even helemaal de weg kwijt.

Daniel moest gemerkt hebben dat Emily ongelukkig was en zich verloren voelde. “Ik kan een vuur voor je aansteken,” bood hij aan, met een knikje naar de woonkamer. Zijn wenkbrauwen gingen verwachtingsvol omhoog, bijna verlegen, waardoor hij er opeens jongensachtig uitzag.

Emily wilde protesteren, wilde zeggen dat hij haar alleen moest laten in het ijskoude huis, omdat dat wel het minste was wat ze verdiende, maar iets deed haar twijfelen. Maar misschien voelde ze zich met Daniel in huis iets minder alleen, minder afgezonderd van de samenleving. Ze had niet verwacht dat ze geen ontvangst zou hebben en dat ze geen contact met Amy zou kunnen hebben. De realiteit dat ze haar eerste nacht alleen in het koude, donkere huis moest doorbrengen was ontmoedigend.

Daniel leek haar twijfel te begrijpen, want hij liep de kamer uit nog voor ze haar mond open had kunnen doen om iets te zeggen.

Ze volgde hem, in stilte dankbaar dat hij de eenzaamheid in haar ogen had kunnen zien en had voorgesteld om te blijven, al was het onder het mom van een vuur stoken. Ze vond Daniel in de woonkamer, druk bezig met het maken van een nette stapel aanmaakhout, kooltjes en houtblokken in de haard. Ze moest meteen aan haar vader denken, aan hoe hij voor de haard had geknield en vakkundig het vuur had aangestoken. Hij had er veel tijd en aandacht aan besteed, zoals anderen dat deden met een kunstwerk. Ze had hem duizenden vuren zien stoken, en had er altijd van gehouden. Ze vond vuur hypnotisch, en kon er uren op het vloerkleed voor liggen, kijken naar de dans van de oranje en rode vlammetjes, zo lang dat de hitte op haar gezicht ging prikken.

Emotie kroop omhoog in Emily’s keel. Het voelde verstikkend. De gedachte aan haar vader, de herinnering zo helder in haar geest, zorgde dat er lang onderdrukte tranen in haar ogen sprongen. Ze wilde niet huilen waar Daniel bij was, wilde er niet uitzien als een zielige, hulpeloze dame. Dus duwde ze haar emoties weg en liep doelbewust de kamer binnen.

“Ik kan eigenlijk wel een vuur maken,” zei ze tegen Daniel.

“O, echt waar?” antwoordde Daniel, en keek haar aan met een opgetrokken wenkbrauw. “Ga je gang.” Hij bood haar de lucifers aan.

Emily pakte ze en stak er een aan. Het kleine oranje vlammetje flikkerde vlak bij haar vingers. In werkelijkheid had ze alleen haar vader vuur zien maken; ze had het nooit zelf gedaan. Maar ze kon het zich zo helder voor de geest halen, dat ze erop vertrouwde dat ze het kon. Dus ze knielde voor de haard en stak de aanmaakhoutjes die Daniel onder in de haard had gelegd aan. Binnen een paar seconden ging het vuur aan, met een bekend womp-geluid, dat voor haar net zo troostrijk en nostalgisch voelde als al het andere in het grote huis. Ze was trots op zichzelf toen de vlammen groter werden. Maar in plaats van de schoorsteen in te gaan, begon er zwarte rook de kamer in te komen.

“Shit!” riep Emily, terwijl rookpluimen haar omhulden.

Daniel begon te lachen. “Je zei toch dat je een vuur kon maken,” zei hij, en hij deed de schoorsteen open. De rookpluimen werden meteen naar buiten gezogen. “Ta-da,” voegde hij er met een grijns aan toe.

Terwijl de rook om hen heen dunner werd, trok Emily een gezicht tegen hem, te trots om hem te bedanken voor de hulp die ze overduidelijk nodig had. Maar het was een hele opluchting om eindelijk warm te zijn. Ze voelde dat haar bloedsomloop weer ging werken en haar tenen en neus werden weer warm. Haar stijve vingers werden losser.

Het vuur hulde de woonkamer in een zacht, oranje schijnsel. Emily kon eindelijk alle oude, antieke meubels zien waarmee haar vader het huis had gevuld. Ze keek om zich heen naar de versleten, verwaarloosde spullen. De grote boekenkast stond in een hoek. Van de boeken waarmee die kast ooit vol had gestaan, waren er nu nog maar een paar over. Daar bij het raam stond de oude pianovleugel. Deze zou nu wel vals zijn geworden, maar vroeger had haar vader liedjes voor haar gespeeld terwijl zij met hem mee had gezongen. Haar vader was zo trots geweest op het huis en wat ze nu zag, de haveloze staat onthuld door het licht, maakte haar van streek.

De twee banken waren bedekt met witte lakens. Emily dacht erover deze weg te halen, maar wist dat dit een stofwolk zou veroorzaken. Na de rookwolk, wist ze niet zeker of haar longen dit aan zouden kunnen. En Daniel zag er best comfortabel uit, op de vloer naast de haard, dus ging ze naast hem zitten.

“Dus,” zei Daniel, en hij warmde zijn handen bij het vuur. “We hebben in ieder geval wat warmte voor je gemaakt. Maar er is geen elektriciteit in het huis, en ik geloof niet dat je eraan gedacht hebt om een zaklamp of kaars in te pakken in die koffer van je.”

Emily schudde haar hoofd. Haar koffer zat vol onbelangrijke dingen, niets bruikbaars, niets wat ze hier echt nodig zou hebben.

“Papa had vroeger altijd kaarsen en lucifers,” zei ze. “Hij was altijd voorbereid. Ik denk dat ik verwacht had dat er nog een hele kast vol zou zijn, maar na twintig jaar…”

Ze stopte, zich er opeens van bewust dat ze een herinnering aan haar vader onder woorden had gebracht. Dit deed ze niet vaak, ze hield haar gevoelens wat hem betreft meestal diep in haar binnenste verborgen. Ze was verrast door het gemak waarmee ze over hem gepraat had.

“Dan kunnen we gewoon hier blijven,” zei Daniel vriendelijk, alsof hij doorhad dat Emily een pijnlijke herinnering herleefde. “Dit vuur zorgt voor genoeg licht om te kunnen zien. Wil je wat thee?”

Emily fronste. “Thee? Hoe ga je dat doen zonder elektriciteit?”

Daniel glimlachte alsof hij een uitdaging aannam. “Kijk en leer.”

Hij stond op en verliet de grote woonkamer, en kwam een paar minuten later terug met een kleine pot die leek op een kookpot.

“Wat heb je daar?” vroeg Emily nieuwsgierig.

“O, dit wordt gewoon de beste thee die je ooit gedronken hebt,” zei hij, en hij zette de ketel boven de vlammen. “Je hebt nooit echt theegedronken tot je theedrinkt die boven een vuur gekookt is.”

Emily keek naar hem, de manier waarop het licht van het vuur over zijn gelaatstrekken danste, waardoor het nog meer benadrukt werd hoe knap hij was. Hij was alleen maar aantrekkelijker omdat hij zo geconcentreerd bezig was. Emily kon het niet helpen dat ze bewondering had voor hoe praktisch en vindingrijk hij was.

“Hier,” zei hij, en hij doorbrak haar mijmeringen door haar een kop te geven. Hij keek vol verwachting toe terwijl ze er een slokje van nam.

“O, dit is heel lekker,” zei Emily, vol opluchting omdat ze eindelijk haar botten kon verwarmen.

Daniel begon te lachen.

“Wat?” vroeg Emily hem uitdagend.

“Ik had je gewoon nog niet zien glimlachen,” antwoordde hij.

Emily keek weg. Ze voelde zich opeens verlegen. Daniel was een compleet andere man dan Ben, maar toch voelde ze zich sterk tot hem aangetrokken. Misschien zou ze zich op een andere plek en een andere tijd overgeven aan haar lust. Ze was ook al zeven jaar met niemand anders dan Ben geweest, en ze verdiende wat aandacht, wat spanning.

Maar nu was niet het goede moment. Niet met alles wat er aan de hand was, met haar leven vol chaos en opschudding, en de herinneringen van haar vader die constant aanwezig waren in haar geest. Ze had het gevoel dat ze overal waar ze keek schaduwen van hem kon zien; hoe hij op de bank had gezeten met een jonge Emily tegen zich aan, terwijl hij haar had voorgelezen; hoe hij naar binnen was gekomen met een grote lach op zijn gezicht nadat hij een kostbaar antiek had ontdekt op de vlooienmarkt, hoe hij daarna uren bezig was geweest met het schoonmaken hiervan en het tot zijn oude pracht te herstellen. Waar was al dat antiek nu? Alle beeldjes en de kunst, het herdenkingsservies en keukengerei uit de tijd van de Burgeroorlog? Het huis had niet stilgestaan, bevroren in de tijd, zoals in haar herinnering. De jaren hadden hun tol geëist, iets waar ze geen rekening mee gehouden had.

 

Emily werd geraakt door nog een golf van rouw terwijl ze naar de stoffige, vervallen kamer keek, die ooit vol leven en gelach was geweest.

“Hoe komt het dat het huis er zo uit ziet?” riep ze plotseling uit, en kon de beschuldigende toon niet uit haar stem houden. Ze fronste. “Ik bedoel, jij hoort er toch voor te zorgen?”

Daniel keek ongemakkelijk, alsof hij schrok van haar plotselinge agressie. Niet veel eerder hadden ze een zachtaardig, teergevoelig moment gedeeld. Seconden later was ze het vuur aan zijn schenen aan het leggen. Daniel gaf haar een koele blik. “Ik doe mijn best. Het is een groot huis. Ik ben maar in mijn eentje.”

“Sorry,” zei Emily verontschuldigend; ze vond het niet fijn dat zij de oorzaak was van Daniels donkere uitdrukking. “Ik wilde je niet afsnauwen. Ik bedoel alleen…” Ze keek naar haar beker en draaide de theeblaadjes rond. “Toen ik een kind was leek dit wel een plek uit een sprookje. Het was zo adembenemend, snap je? Zo mooi.” Ze keek op en zag dat Daniel aandachtig naar haar keek. “Het is gewoon zo triest om het zo te zien.”

“Wat had je verwacht?” antwoordde Daniel. “Het is al twintig jaar verlaten.”

Emily keek verdrietig weg. “Ik weet het. Ik denk dat ik gewoon wilde geloven dat de tijd hier had stilgestaan.”

Bevroren in de tijd, net als het beeld van haar vader wat ze in haar hoofd had. Voor haar was hij nog steeds veertig jaar oud, nooit een dag ouder geworden. Hij zag er nog steeds hetzelfde uit als de laatste keer dat ze hem had gezien. Maar waar hij ook was, de tijd zou net zoveel invloed op hem hebben gehad als op het huis. Emily’s voornemen om het huis op te knappen werd nog sterker. Ze wilde niets liever dan deze plek in al haar glorie herstellen. Als ze dat deed, zou het misschien zijn alsof ze haar vader terugbracht. Ze kon dit doen om hem te eren.

Emily dronk haar laatste slok thee en zette de kop weg. “Ik moet denk ik gaan slapen,” zei ze. “Het is een lange dag geweest.”

“Natuurlijk,” antwoordde Daniel, en hij stond op. Hij bewoog zich snel, liep de kamer uit en door de gang naar de voordeur, terwijl Emily hem volgde. “Laat het me weten als je een probleem hebt, oké?” vervolgde hij. “Ik woon dichtbij, daar in het koetshuis.”

“Dat zal niet nodig zijn,” zei Emily verontwaardigd. “Ik kan het zelf wel.”

Daniel trok de voordeur open en liet een koude wolk sneeuw binnen. Hij kroop weg in zijn jas en keek toen over zijn schouder. “Met trots kom je hier niet ver, Emily. Er is niets mis met vragen om hulp.”

Ze wilde iets tegen hem schreeuwen, met hem in discussie gaan, tegen zijn bewering dat ze te trots was ingaan. Maar in plaats daarvan keek ze naar zijn rug terwijl hij de donkere, wervelende sneeuw in liep. Ze kon niets uitbrengen, ze was helemaal sprakeloos.

Emily deed de deur dicht en sloot de buitenwereld en het geraas van de sneeuwstorm buiten. Ze was nu helemaal alleen. Er viel licht in de gang van het vuur in de woonkamer, maar het was niet sterk genoeg om de trap te bereiken. Ze keek naar de lange houten trap die boven in het donker verdween. Tenzij ze bereid was om op een van de stoffige banken te slapen, zou ze de moed moeten verzamelen om naar boven te gaan en het diepe donker in te lopen. Ze voelde zich weer een kind dat bang was om de donkere kelder in te gaan, dat allerlei monsters en geesten voor zich zag die beneden op haar zaten te wachten. Maar nu was ze een volwassen vrouw van vijfendertig, te bang om naar boven te gaan, omdat ze wist dat ze de aanblik van de verwaarlozing veel erger zou vinden dan alle geesten die ze maar kon bedenken.

In plaats daarvan ging Emily terug naar de woonkamer, om de laatste hitte van het vuur op te nemen. Er stonden nog steeds een paar boeken op de plank: De geheime tuin, Vijf kinderen, Het. Klassiekers die haar vader aan haar had voorgelezen. Maar de rest dan? Waar waren de spullen van haar vader gebleven? Ze waren verdwenen naar een onbekende plaats, net als haar vader.

Toen de sintels uit begonnen te gaan, daalde duisternis om haar neer en het paste bij haar sombere stemming. Ze kon de vermoeidheid niet meer tegenhouden; de tijd was gekomen om de trap te beklimmen.

Net toen ze de woonkamer uitliep, hoorde ze een vreemd krabbelend geluid bij de voordeur. Eerst dacht ze dat er een wild dier op zoek was naar etensresten, maar het geluid was te precies, te overwogen.

Haar hart klopte snel en ze liep op stille voeten door de gang naar de voordeur, legde haar oor ertegenaan. Wat ze ook gedacht had te horen, het was nu weg. Ze hoorde alleen maar de tierende wind. Maar er was iets wat haar dwong te kijken.

Ze trok de deur open en zag dat er kaarsen, een lantaarn en lucifers op de drempel stonden. Daniel moest teruggekomen zijn om ze voor haar achter te laten.

Ze raapte de spullen op en accepteerde schoorvoetend de hulp die hij geboden had, hoewel het haar trots zeer deed. Maar ze was tegelijkertijd ook heel dankbaar dat er iemand was die voor haar zorgde. Ze had dan misschien haar leven opgegeven en was hierheen gevlucht, toch was ze hier niet helemaal alleen.

Emily stak de lantaarn aan, en eindelijk voelde ze zich dapper genoeg om naar boven te gaan. Het zachte licht van de lantaarn verlichtte de trap en ze nam de aanblik van de fotolijsten aan de muur in zich op. De foto’s waren door de jaren heen vervaagd, bedekt met spinnenwebben en stof. De meeste afbeeldingen waren aquarellen van de omgeving: zeilboten op de oceaan, wintergroen in het nationale park, maar één van de foto’s was een familieportret. Ze stopte en staarde naar de foto. Ze keek naar zichzelf als klein meisje. Ze was deze foto helemaal vergeten, had het weggestopt in een hoekje van haar herinnering en het twintig jaar achter slot en grendel gehouden.

Ze slikte haar emoties in en liep verder de trap op. De oude trap kraakte luidruchtig onder haar en ze merkte dat sommige treden gebarsten waren. Ze waren versleten door jaren van voetstappen en ze herinnerde zich dat ze als kind de trap op en af rende op haar rode schoenen.

Boven in de hal verlichtte het licht van de lantaarn de lange gang, de talrijke deuren van donker eikenhout, het grote raam aan het eind, dat nu dichtgespijkerd was. Haar oude slaapkamer was de laatste aan de rechterkant, tegenover de badkamer. Ze kon het niet aan om in een van de kamers te kijken. In haar slaapkamer zou ze te veel herinneringen vinden, te veel om nu onder ogen te zien. En ze wilde niet zien wat voor ongedierte in de badkamer was gaan wonen in al die jaren.

In plaats daarvan liep Emily door de gang, langs de antieke versierde koffer waar ze al zo vaak haar teen tegen gestoten had en ze ging de kamer van haar ouders in.

Emily kon in het licht van de lantaarn zien hoe stoffig het bed was, hoe het dekbed door de jaren heen aangevreten was door motten. De herinnering aan het mooie hemelbed waar haar ouders in hadden geslapen, vervloog in haar geest toen ze de realiteit in zich opnam. Twintig jaar verwaarlozing had de kamer veranderd in een ravage. De gordijnen waren vies en verkreukeld, en hingen slap naast de dichtgespijkerde ramen. De wandlampen zaten vol stof en spinnenwebben en het zag eruit alsof er hele families spinnen waren gaan wonen. Overal lag een dikke laag stof op, ook op de kaptafel naast het raam. De kleine kruk waar haar moeder vele jaren geleden op had gezeten terwijl ze crème met lavendelgeur op haar gezicht smeerde, kijkend in de make-upspiegel.

Emily kon het allemaal zien, alle herinneringen die ze door de jaren heen had verzameld. Ze kon haar tranen niet tegenhouden. Alle emoties die ze de laatste paar dagen had gevoeld haalden haar in, nog intenser gemaakt door gedachtes aan haar vader, door de plotselinge schok van hoe erg ze hem miste.

Buiten werd het lawaai van de sneeuwstorm nog intenser. Emily zette de lantaarn op het stoffige nachtkastje, waardoor er een stofwolk opwaaide, en ze maakte zichzelf klaar om naar bed te gaan. De warmte van het vuur had deze verdieping niet bereikt en de kou in de kamer was bijtend terwijl ze haar kleren uittrok. Ze vond haar zijden hemdje in haar koffer en realiseerde zich dat ze er hier niet veel aan zou hebben; ze kon beter haar onflatteuze joggingbroek en dikke bedsokken aandoen.

Emily sloeg de stoffige deken met rode en gouden ruiten terug en klom in bed. Ze staarde even naar het plafond en dacht na over alles wat er in de laatste paar dagen gebeurd was. Ze blies de vlam van de lantaarn uit, eenzaam, koud en hulpeloos. In de duisternis van de kamer huilde ze zichzelf in slaap.

HOOFDSTUK VIER

Emily werd de volgende dag gedesoriënteerd wakker. Er kwam zo weinig licht binnen door de dichtgespijkerde ramen, dat het een tijdje duurde voor ze wist waar ze was. Haar ogen moesten even wennen aan het duister. Toen kon ze de kamer zien en wist ze het weer: Sunset Harbor. Het huis van haar vader.

Het duurde nog iets langer voordat ze zich bedacht dat ze werkloos, dakloos en helemaal alleen was.

Ze sleepte haar vermoeide lichaam uit bed. De ochtendlucht was koud. Ze schrok van haar verschijning in de stoffige spiegel: haar gezicht was opgezwollen door de tranen die ze de nacht ervoor vergoten had, haar huid getekend en bleek. Ze bedacht zich opeens dat ze de vorige dag niet goed had gegeten. Het enige wat ze de avond ervoor op had was een beker van de thee die Daniel boven het vuur had gemaakt.

Ze twijfelde even voor de spiegel, starend naar de weerspiegeling van haar lichaam in het oude vieze glas, denkend aan alles wat er de nacht ervoor gebeurd was. Het verwarmende vuur, hoe ze met Daniel bij de haard had gezeten en thee had gedronken, Daniel die haar uit had gelachen omdat ze zich niet had kunnen redden in het huis. Ze dacht aan de sneeuwvlokken in zijn haar toen ze de deur voor hem open had gedaan, en hoe hij de sneeuwstorm weer in was gelopen. Hij was in de donkere nacht verdwenen, net zo snel als hij gekomen was.

Haar rommelende maag onderbrak haar gedachten en haalde haar terug in het heden. Ze kleedde zich snel aan. Het verkreukelde shirt dat ze aantrok, was veel te dun voor de koude lucht, dus sloeg ze de stoffige deken van het bed om haar schouders. Toen liep ze de kamer uit en ging ze op blote voeten naar beneden.

Beneden was alles stil. Ze keek door de bevroren ruit in de voordeur en was overdonderd toen ze zag dat hoewel de storm was gaan liggen, de sneeuw nu een meter hoog lag waardoor de buitenwereld glad, stil en eindeloos wit was. Ze had in haar hele leven nog nooit zoveel sneeuw gezien.

Emily kon net zien hoe een vogel sporen had nagelaten terwijl het zich over het pad had bewogen, maar verder was er niets verstoord. Het zag er vreedzaam uit, maar ook verlaten, en het herinnerde Emily aan haar eenzaamheid.

Ze realiseerde zich dat naar buiten gaan geen optie was, dus besloot Emily het huis te verkennen om te zien wat ervan over was. Het huis was gisteravond zo donker geweest dat ze niet goed rond had kunnen kijken, maar in het ochtendlicht was dit gemakkelijker. Ze liep eerst de keuken in, intuitief gedreven door haar rommelende maag.

De keuken was rommeliger dan ze zich had gerealiseerd toen ze hier gisteren ronddwaalde. De koelkast, een originele crèmekleurige Prestcold uit de vijftiger jaren die haar vader tijdens een zomeruitverkoop had gevonden, werkte niet. Ze probeerde zich te herinneren of het apparaat ooit gewerkt had en of het nog zo’n bron van ergernis was geweest voor haar moeder, nog meer troep waarmee haar vader het oude huis had gevuld. Als kind had Emily haar vaders verzamelingen saai gevonden, maar nu koesterde ze deze herinneringen en hield ze ze dicht bij zich.

In de koelkast vond Emily alleen een vreselijke stank. Ze deed hem snel dicht, vergrendelde de deur met het handvat, en doorzocht toen de keukenkastjes. Hier trof ze een oud blik maïs aan, het label gebleekt door de zon zodat het niet meer leesbaar was en een fles moutazijn. Ze overwoog even om met deze ingredienten een soort maaltijd te maken, maar ze besloot dat ze nog niet zo wanhopig was. De blikopener was toch helemaal vastgeroest, dus ze zou het blik maïs toch niet open kunnen maken.

 

Vervolgens ging ze naar de bijkeuken, waar de wasmachine en de droger waren. De ruimte was donker, het kleine raam bedekt met multiplex zoals alle andere ramen in het huis. Emily drukte op een knop van de wasmachine, maar was niet verbaasd toen er niets gebeurde. Haar situatie frustreerde haar steeds meer en Emily besloot actie te ondernemen. Ze klom op het dressoir en probeerde een stuk multiplex weg te halen. Het was moeilijker dan ze verwacht had, maar ze was vastbesloten. Ze trok en trok, gebruikte alle kracht in haar armen. Eindelijk begon het bord te scheuren. Emily trok nog een keer, en het multiplex bord gaf op en liet los van het raam. De kracht was zo groot dat ze van het dressoir viel, het zware bord schoot uit haar handen en slingerde richting het raam. Emily hoorde het geluid van het raam dat brak, op hetzelfde moment dat ze op de grond terecht kwam, waardoor de adem uit haar gestoten werd.

Koude lucht stroomde de bijkeuken in. Emily kreunde en ging zitten om haar gekneusde lichaam te controleren. Haar rug deed pijn en ze masseerde zichzelf terwijl ze naar het kapotte raam keek. Er viel een zwakke straal licht naar binnen. Het frustreerde Emily toen ze zich bedacht dat ze haar situatie alleen erger voor zichzelf had gemaakt in een poging om een probleem op te lossen.

Ze haalde diep adem en stond op. Ze pakte voorzichtig een stuk hout van het dressoir, waar het terecht was gekomen. Stukjes glas vielen op de grond en braken in nog kleinere stukjes. Emily inspecteerde het stuk van de plaat en zag dat de spijkers helemaal verbogen waren. Zelfs als ze een hamer zou kunnen vinden, iets waar ze erg aan twijfelde, zouden de spijkers nog onbruikbaar zijn. Toen zag ze dat ze het kozijn had weten te splijten terwijl ze het bord wegtrok. Het zou allemaal vervangen moeten worden.

Emily had het veel te koud om in de bijkeuken te blijven. Door het gebroken raam zag ze weer die eindeloze witte sneeuw. Ze raapte haar deken op en sloeg hem weer om haar schouders, en liep toen de bijkeuken uit en naar de woonkamer. Ze zou hier in ieder geval een vuur kunnen stoken om haar botten te verwarmen.

In de woonkamer hing nog steeds de troostrijke geur van verbrand hout. Emily knielde bij de haard en begon aanmaakblokjes en houtblokken op te stapelen in de vorm van een pyramide. Dit keer dacht ze eraan de schoorsteen open te doen, en het was een hele opluchting toen de eerste vlammen tot leven kwamen.

Ze leunde naar achteren en begon haar koude handen op te warmen. Toen zag ze de ketel waar Daniel de thee in had gezet naast de haard staan. Ze had niets opgeruimd, en de ketel en kopjes lagen nog steeds waar zij ze hadden achtergelaten. Ze dacht weer aan hoe zij en Daniel de thee hadden gedeeld en over het oude huis hadden gepraat. Haar maag knorde, om haar te herinneren aan haar honger, en ze besloot wat thee te zetten op de manier die Daniel haar had laten zien. Dat zou haar honger een beetje stillen, in elk geval voor even.

Net toen ze de ketel boven het vuur had geplaatst, hoorde ze haar telefoon ergens in het huis rinkelen. Het was een bekend geluid, maar het galmde nu zo door de gangen dat ze ervan schrok. Ze had het opgegeven toen ze door kreeg dat ze geen bereik had, dus het verraste haar dat ze het gerinkel hoorde.

Emily sprong op, liet de thee voor wat het was en volgde het geluid van haar telefoon. Ze vond het op de kast in de gang. Ze werd gebeld door een onbekend nummer en ze nam op, enigszins in de war.

“O, uh, hallo,” zei een oudere man aan de andere kant van de lijn. “Bent u de dame van West Street nummer vijftien?” De lijn was slecht, en de zachte vertwijfelde stem van de man was bijna niet hoorbaar.

Emily fronste, verward door het telefoontje. “Ja. En wie bent u?”

“Mijn naam is Eric. Ik, uh, ik lever olie aan alle huizen in de buurt. Ik heb gehoord dat u in dat oude huis verblijft, dus dacht ik dat ik misschien langs kon komen met een levering. Ik bedoel, als u, uh, het nodig heeft.”

Emily kon het bijna niet geloven. Het nieuws had zich zeker als een lopend vuurtje verspreid in de kleine gemeenschap. Maar wacht, hoe kwam Eric aan haar telefoonnummer? Toen herinnerde ze zich dat Daniel er de avond ervoor naar gekeken had toen ze tegen hem zei dat ze slecht bereik had. Hij moest het nummer gezien hebben en het uit zijn hoofd hebben geleerd om het door te kunnen geven aan Eric. Daar ging haar trots; ze kon haar blijdschap nauwelijks bedwingen.

“Ja, dat zou fantastisch zijn,” antwoordde ze. “Wanneer kunt u komen?”

“Nou,” antwoordde de man, nog steeds op die nerveuze, bijna beschaamde toon. “Ik zit momenteel eigenlijk in mijn truck, op weg naar u toe.”

“Echt waar?” stamelde Emily, en kon bijna niet geloven hoeveel geluk ze had. Ze keek snel naar de tijd op haar telefoon. Het was nog niet eens 8 uur in de morgen. Misschien begon Eric altijd vroeg met werken, maar het kon ook zijn dat hij speciaal voor haar op pad ging. Ze vroeg zich af of de man die haar gisteren een lift had gegeven contact had opgenomen met het oliebedrijf, of… Daniel?

Ze duwde de gedachte weg en wendde haar aandacht weer tot het telefoongesprek. “Gaat het lukken hier te komen?” vroeg ze. “Er is veel sneeuw.”

“Maakt u zich daar maar geen zorgen over,” zei Eric. “De truck kan wel wat sneeuw hebben. U hoeft er alleen maar voor te zorgen dat ik bij de pijp kan komen.”

Emily probeerde zich te herinneren of ze ergens in het huis een schep had gezien. “Oké, ik zal mijn best doen. Dank u wel.”

Het gesprek werd beëindigd en Emily kwam direct in beweging. Ze rende terug naar de keuken en keek in alle kasten. Er was niets wat ook maar leek op wat ze nodig had, dus keek ze in alle kasten van de bijkeuken en toen in de berging. Uiteindelijk vond ze een sneeuwschep bij de achterdeur. Emily had nooit gedacht dat ze ooit zo blij zou zijn om een schep te zien, maar ze hield hem vast alsof haar leven ervan afhing. Ze was zo blij met de schep dat ze bijna vergat schoenen aan te trekken. Maar net toen ze haar hand boven de deurklink van de achterdeur hield, zag ze haar sportschoenen in een tas die ze daar had achtergelaten. Ze deed de schoenen snel aan en trok de deur open, haar waardevolle schep in haar handen.

Het werd haar meteen duidelijk hoe ernstig de sneeuwstorm was geweest. Het was één ding geweest om de sneeuw vanuit haar raam te zien, maar het was heel wat anders om hopen van drie meter als ijsmuren de lucht in te zien steken.

Emily verspilde geen tijd. Ze sloeg met de schep tegen de muur van sneeuw en ijs en begon een pad vanuit het huis aan te leggen. Het was niet gemakkelijk; binnen een paar minuten voelde ze het zweet over haar rug lopen. Haar armen deden pijn en ze wist zeker dat ze blaren op haar handpalmen zou hebben als ze klaar was.

Na ongeveer een meter van sneeuw kwam Emily in een ritme. De taak had iets louterends; het tempo dat nodig was om sneeuw weg te halen. Zelfs de fysieke onplezierigheid leek minder belangrijk toen ze begon te zien hoe ze opschoot. In New York had ze het liefst aan lichaamsbeweging gedaan door te rennen op de loopband, maar dit de beste workout die ze ooit had gehad.

Emily wist een pad van een paar meter door de sneeuw achter het huis aan te leggen.

Maar ze voelde zich wanhopig toen ze zag dat de uitlaatpijp nog meer dan tien meter verder was, en ze was al uitgeput. Ze probeerde niet te wanhopen en besloot even te rusten om op adem te komen. Ondertussen zag ze het huis van de opzichter verderop in de tuin, verstopt tussen het wintergroen. Een kleine rookpluim kwam uit de schoorsteen en er viel warm licht door de ramen naar buiten. Emily kon zichzelf er niet van weerhouden om aan Daniel te denken. Die zat nu vast lekker warm binnen met een kop thee. Hij zou haar helpen, daar twijfelde ze niet aan, maar ze wilde zich bewijzen. Hij had haar de avond ervoor genadeloos bespot en hij was zeer waarschijnlijk degene geweest die Eric had gebeld. Hij moest haar gezien hebben als een dame in nood, en Emily gunde hem het plezier van gelijk krijgen niet.

Другие книги автора

Купите 3 книги одновременно и выберите четвёртую в подарок!

Чтобы воспользоваться акцией, добавьте нужные книги в корзину. Сделать это можно на странице каждой книги, либо в общем списке:

  1. Нажмите на многоточие
    рядом с книгой
  2. Выберите пункт
    «Добавить в корзину»